PrevalentiePrik- en snijongevallen zijn niet zomaar een kleinschalig probleem. Schattingen geven aan dat er op niveau van de EU jaarlijks ruim 1 miljoen dergelijke incidenten voorkomen. Daarmee is een prik- of snijongeval één van de grootste bedreigingen voor werknemers in de gezondheidszorg. In België zijn er jaarlijks 9.4 accidentele bloedcontacten per 100 bezette bedden1 . Uit de resultaten van de survey wordt duidelijk dat Belgische verpleegkundigen en MLT de dans niet ontspringen. Meer dan de helft van de respondenten (55%) had al een prikongeval. De survey toont verder aan dat ervaring een belangrijke factor is. Hoe meer anciënniteit de zorgverlener heeft, hoe kleiner de kans dat deze in het afgelopen jaar een prik- of snijongeval had. Volledig in lijn met de verwachtingen doen de meeste prik- en snijongevallen met verpleegkundigen zich voor in de patiëntenkamer (35%), bij de MLT is dit het labo (iets meer dan 64%). Bijna 40% van de meest recente prikincidenten deed zich voor tijdens het opruimen of het verwijderen van de naalden2. RisicoDit brengt een groot risico met zich mee, rekening houdend met het feit dat 1 op 10 van de bronpatiënten aan een infectie lijdt. Hierbij kan het bloed van een patiënt in het lichaam van een zorgverlener terechtkomen via een scherp voorwerp, zoals een injectienaald of een scalpel. De zorgverlener kan hierdoor besmet raken met meer dan 30 gevaarlijke, door bloed overgebrachte ziekteverwekkers zoals hepatitis B, hepatitis C en HIV/AIDS. CausesTe weinig gebruik van veilige hulpmiddelen in BelgiëDankzij de internationale aanwezigheid van haar leden kon beMedTech het percentage zogenaamd “safe” medische hulpmiddelen dat in België en Nederland wordt gebruikt, vergelijken door de vergelijking toe te spitsen op de meest gebruikte apparatuur die het grootste risico op letsel inhoudt. Tabel 1 bevat de geconsolideerde resultaten van deze analyse. Het is duidelijk dat het gebruik van veilige producten in België veel minder gebruikelijk is dan in Nederland. Belgische aanbieders zijn dus veel minder beschermd tegen ongevallen dan hun Nederlandse collega’s.
Tabel 1: Vergelijking van het percentage beveiligde apparatuur dat in 2020 in België en Nederland zal worden gebruikt. Bron: beMedTech leden, 2021 Moeilijke en niet-geharmoniseerde uitvoering van het huidige rechtskader in de praktijkIn de praktijk is de handhaving van deze wetten dan ook de verantwoordelijkheid van werkgevers zoals ziekenhuizen, laboratoria, enz. Veel instellingen in de gezondheidszorg hebben dan ook hun inspanningen opgevoerd om ongevallen met naalden en snijwonden te voorkomen, zoals de invoering van interne ongevallenprocedures, jaarlijkse herinneringen aan de risico’s en soms opleiding. Helaas zijn deze inspanningen soms niet regelmatig en niet toereikend, omdat zij investeringen in tijd en geld vergen. Bovendien zijn zij niet in alle zorginstellingen gelijk. De veiligheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg is dus niet gelijk verdeeld. Voorts beschikt de arbeidsinspectie die belast is met het toezicht op de uitvoering van de wet van 2013 niet over de nodige personele middelen om alle inrichtingen te inspecteren. Zware menselijke en budgettaire impactEen prik- of snijongeval heeft in de eerste plaats zware gevolgen voor de betrokken gezondheidsmedewerker, zelfs als er geen besmetting optreedt. De vaak langdurige impact op hun geestelijk welzijn mag niet onderschat worden3. De werknemer en zijn gezin leven vaak vele maanden in onzekerheid over de eventuele gevolgen van het letsel voor zijn/haar gezondheid. Zo heeft men bij HIV/AIDS pas na 6 maanden echt uitsluitsel over al of niet overdracht van infectie. Ook de behandeling met profylactische middelen kan het nodige ongemak veroorzaken4 . Het spreekt vanzelf dat de gevolgen voor de betrokkene en zijn gezin nog ernstiger zijn als er wel een besmetting optrad. Prik- en snijongevallen hebben ook een belangrijke financiële impact: directe kosten, kosten van (preventief) onderzoek en behandeling, mogelijke behandelingskosten in geval van besmetting en zelfs uitval van zorgpersoneel. Onderzoek schat dat maar liefst 37% van de besmettingen met het Hepatitis B-virus bij gezondheidswerkers rechtstreeks toe te schrijven is aan hun beroepsmatige blootstelling aan prik- en snijongevallen . De kostprijs van een prik- of snijongeval wordt geschat tussen de 500 à 1600 euro6 . Deze kosten kunnen dus zwaar wegen op het globale gezondheidsbudget. Voor België zijn er geen recente gegevens beschikbaar, maar bijvoorbeeld in Italië wordt het totale kostenplaatje van prikongevallen geschat op ruim 75 miljoen dollar7. 1Laatst beschikbare nationale cijfers (2010) uit nationale databank EPINet (Exposure Prevention Information Network) |